Wit konijn, rode wolf – Tom Pollock
- Pieter Swillens

- 23 aug 2021
- 2 minuten om te lezen
Ik zou heel graag leerkracht Frans en Nederlands worden. Ik ben werkelijk gepassioneerd door talen, maar wist u dat ik ook relatief wiskundig ben aangelegd? In het middelbaar kreeg ik een groot pakket aan talen, alsook de nodige hoeveelheid wiskunde.
In mijn opzoekwerk, leerde ik dat ‘Wit konijn, rode wolf’ wiskunde en psychologische problemen besprak. De beslissing om dit boek te kiezen, verliep als het ware vanzelf.
Laat ons zeggen dat ik heel hoge verwachtingen had van dit boek. In de bib las ik de achterflap, snelde naar huis en bij aankomst, sloeg ik het boek vrijwel onmiddellijk open.
Er gebeurt veel in het verhaal en de schrijver slaagde er in om de verhaallijn(en) duidelijk te houden. Er is geen enkel moment geweest dat ik even niet kon volgen, ondanks de wissel tussen het ‘nu’ en ‘het verleden’. Dat heeft hij goed gedaan. Toch moet ik toegeven dat ik meer van het boek had verwacht. Ik bereidde me voor op een groter psychologisch spektakel, maar dat bleef uit. Daarbij leek het alsof de schrijver niet over de wiskundige kennis beschikte om de termen klaar en helder te gebruiken. Op verschillende momenten kreeg ik de indruk dat ik een opstel van een 12-jarige las, in plaats van een roman van een echte schrijver.
Wat ik wel enorm heb kunnen appreciëren aan het boek, is de humoristische ondertoon. Pollock schrijft uit eigen ervaringen. Hij houdt trouwens een blog bij over psychische problemen, angsten en depressie.
Van de spanningsopbouw was ik absoluut geen fan. Het boek begon goed en spannend, maar door de voortdurende integratie van zijverhalen, verloor de schrijver zijn geloofwaardigheid en het effectieve doel van het boek. Naar mijn oordeel had het boek stukken beter kunnen zijn (en ook 200 pagina’s dunner), indien de schrijver enkel de essentie van zijn verhaal had beschreven. Tevens vind ik de personages te zwak uitgewerkt. Vooral Ingrid leek in het verhaal geroepen te zijn om te pas en te onpas op terug te vallen.
Pollock overtuigt niet helemaal. Zowel in zijn manier van schrijven (dan denk ik vooral aan de vreemde, misplaatste vergelijkingen), alsook in de uitwerking van zijn in mijn ogen fantastische idee, is nog veel ruimte voor verbetering. Aan volwassenen zal ik dit boek niet aanraden, wel aan kinderen omdat ik vermoed dat zij zich niet zullen storen aan deze gebreken.


Opmerkingen